Vectoren: De begrippen vector en vectorruimte
Vectoren in ℝ2 en ℝ3
Teken in het coördinatenvlak de plaatsvector met eindpunt \((-3,6)\).
Wijs eerst het beginpunt van de pijl aan en daarna het eindpunt.
Als je wilt corrigeren, versleep dan de pijl naar een nieuwe positie door begin- en/of eindpunt te verplaatsen.
Wijs eerst het beginpunt van de pijl aan en daarna het eindpunt.
Als je wilt corrigeren, versleep dan de pijl naar een nieuwe positie door begin- en/of eindpunt te verplaatsen.