Lineaire afbeeldingen: Matrices en coördinatentransformaties
Overgang op een ander coördinatenstelsel
We gaan het inleidende voorbeeld veralgemeniseren tot de \(n\)-dimensionale Euclidische ruimte \(\mathbb{R}^n\).
De eenheidsvectoren \(\vec{e}_1=\cv{1\\0\\ \vdots \\ \vdots \\ 0}, \vec{e}_2=\cv{0\\1\\0\\ \vdots \\ 0} \ldots, \vec{e}_n=\cv{0\\ \vdots \\ \vdots \\ 0 \\ 1} \) horen bij een keuze van een assenstelsel in de Euclidische ruimte \(\mathbb{E}^n\). Maar je kan ook een ander assenstelsel kiezen. In feite definieer je dan asvectoren \(\vec{f}_{\!1}, \vec{f}_{\!2}, \ldots, \vec{f}_{\!n}\) langs nieuwe assen. Stel \[\begin{aligned} \vec{f}_{\!1} &= c_{11}\vec{e}_1+c_{21}\vec{e}_2+\cdots + c_{n1}\vec{e}_n\\ \vec{f}_{\!2}&= c_{12}\vec{e}_1+c_{22}\vec{e}_2+\cdots + c_{n2}\vec{e}_n\\ &\vdots \\ \vec{f}_{\!n} &= c_{1n}\vec{e}_1+c_{2n}\vec{e}_2+\cdots + c_{nn}\vec{e}_n \end{aligned}\] Dan wordt de transformatiematrix \([\textit{Id}\,]_e^f\) gedefinieerd door \[[\textit{Id}\,]_e^f=\matrix{c_{11} & c_{12} & \cdots & c_{1n}\\ c_{21} & c_{22} & \cdots & c_{2n} \\ \vdots & \vdots & \ddots & \vdots\\ c_{n1} & c_{n2} & \cdots & c_{nn}}\] Let op dat je de getransformeerde neemt van het getallenschema in de lineaire combinaties van de \(e\)-vectoren.
Elke vector \(\vec{v}\) in \(\mathbb{E}^n\) kunnen we uitschrijven als lineaire combinatie \([\vec{v}]_e\) van de eenheidsvectoren \(\vec{e}_1, \vec{e}_2, \ldots, \vec{e}_n\). We schrijven \[[\vec{v}]_e = \alpha_1\vec{e}_1+\alpha_2\vec{e}_2+\cdots + \alpha_n\vec{e}_n\] Dat kunnen we ook doen met de \(\vec{f}_{\!1}, \vec{f}_{\!2}, \ldots, \vec{f}_{\!n}\): \[[\vec{v}]_f = \beta_1\vec{f}_{\!1}+\beta_2\vec{f}_{\!2}+\cdots + \beta_n\vec{f}_{\!n}\] Natuurlijk vragen we ons af welke verband er tussen de \(\alpha\)'s en de \(\beta\)'s zijn. Welnu:
\[\cv{\alpha_1\\ \vdots \\ \alpha_n}= \matrix{c_{11} & \cdots & c_{1n}\\ \vdots & \ddots & \vdots \\ c_{n1} & \cdots & c_{nn}}\!\cv{\beta_1 \\ \vdots\\ \beta_n}\] In korte notatie: \[[\vec{v}]_e = [\textit{Id}\,]_e^f\,[\vec{v}]_f\] De transformatiematrix is per definitie inverteerbaar en we noteren deze inverse ook als \([\textit{Id}\,]_f^e\). Met andere woorden \[[\vec{v}]_f = [\textit{Id}\,]_f^e\, [\vec{v}]_e = \left([\textit{Id}\,]_e^f\right)^{-1}[\vec{v}]_e\]
Stel dat \(L\) een lineaire afbeelding van \(\mathbb{R}^n\) naar \(\mathbb{R}^n\) is. We weten al dat daar bij de keuze van een assenstelsel geldt dat het een matrixafbeelding is, dat wil zeggen, dat er een matrix \([A]_e^e\) bestaat zodanig dat \(L(\vec{v}) = [A]_e^e\,[\vec{v}]_e\). We hebben hier de labels \(e\) gebruikt om aan te geven dat een assenstelsel is gekozen met bijpassende eenheidsvectoren \(\vec{e}_1,\ldots, \vec{e}_n\). Dezelfde lineaire afbeelding \(L\) kan ook ten opzichte van een ander assenstelsel met asvectoren \(\vec{f}_{\!1},\ldots, \vec{f}_{\!n}\) als matrixafbeelding beschreven worden, via een matrix \([A]_f^f\). De volgende stelling beschrijft het verband tussen de twee matrices.
Bij overgang van \(e\)-coördinaten naar \(f\)-coördinaten geldt \[[A]_f^f=[\textit{Id}\,]_f^e\cdot[A]_e^e\cdot[\textit{Id}\,]_e^f\tiny.\] Als we de transformatiematrix \([\textit{Id}\,]_e^f\), die de vectoren \(\vec{f}_{\!1}, \ldots \vec{f}_{\!n}\) beschrijft als lineaire combinaties van de vectoren \(\vec{e}_1, \ldots, \vec{e}_n\) , afkorten met de letter \(T\), dan geldt dus \[[A]_f^f=T^{-1}\cdot [A]_e^e\cdot T\] Onderstaand schema illustreert de coördinatentransformatie.
Wat is de matrix \([L]_e^e\) t.o.v. eenheidsvectoren \(\vec{e}_1=\cv{1\\0}\) en \(\vec{e}_2=\cv{0\\1}\)?
Wat is de matrix \([L]_f^f\) in \(f\)-coördinaten waarbij \(\vec{f}_{\!1}=\matrix{-1 \\ -2 \\ }\) en \(\vec{f}_{\!2}=\matrix{0 \\ 1 \\ }\)?
\([L]_f^f={}\)\(\matrix{4 & -1 \\ 9 & -3 \\ }\).
De eerste gelijkheid volgt uit \[L\cv{1\\ 0}=\cv{2\\1},\quad L\cv{0\\ 1}=\cv{1\\-1}\] door deze beeldvectoren als kolommen in de matrix te plaatsen.
De transformatiematrix \(T\) van \(f\)-coördinaten naar \(e\)-coördinaten wordt gegeven door \[T=\matrix{-1 & 0 \\ -2 & 1 \\ }\tiny.\] We hebben ook de inverse van deze transformatiematrix nodig. Deze kan berekend worden met de algemene formule voor inverse van een \((2\times 2\))-matrix, maar misschien beter met onderstaand veegproces \[\begin{aligned}\left(\begin{array}{rr|rr} -1&0&1&0\\-2&1&0&1\end{array}\right)&\sim\left(\begin{array}{rr|rr} 1&0&-1&0\\-2&1&0&1\end{array}\right)&{\blue{\begin{array}{c}-R_1\\\phantom{x}\end{array}}}\\\\ &\sim\left(\begin{array}{rr|rr} 1&0&-1&0\\0&1&-2&1\end{array}\right)&{\blue{\begin{array}{c}\phantom{x}\\R_2+2R_1\end{array}}}\end{aligned}\] We lezen af: \[T^{-1} = \matrix{-1 & 0 \\ -2 & 1 \\ }\]
Dan:
\[\begin{aligned} {[L]}_f^f &=T^{-1}\cdot [L]_e^e \cdot T\\ \\ &= \matrix{-1 & 0 \\ -2 & 1 \\ } \matrix{2 & 1\\ 1 & -1} \matrix{-1 & 0 \\ -2 & 1 \\ } \\ \\ &= \matrix{-2 & -1 \\ -3 & -3 \\ } \matrix{-1 & 0 \\ -2 & 1 \\ }\\ \\ &=\matrix{4 & -1 \\ 9 & -3 \\ }\end{aligned}\]