Gewone differentiaalvergelijkingen: Scheiden van variabelen
Voorbeeld 3: begrensde exponentiële groei
De eerste-orde GDV
voor positieve en is in differentiaalnotatie te herleiden tot
De linker- en rechterkant zijn respectievelijk te schrijven als en . We hebben dus de volgende gelijkheid tussen twee differentialen:
De functies ‘achter de d's’ zijn dus op een constante na aan elkaar gelijk:
voor zekere constante . Er geldt dus:
voor zekere constante . Wegwerken van de absoluutstrepen leidt tot de expliciete oplossing (waarbij we een minteken in de formule introduceren om uit te komen op de standaarddefinitie van de begrensde exponentiële functie):
voor zekere constante . Nota bene, ook voor negative en is de bewering juist, maar het is in natuurwetenschappen een goed gebruik om parameters positieve waarden te laten hebben en zo nodig mintekens expliciet neer te schrijven. Met andere woorden:
De algemene oplossing van
voor positieve en is
waarbij een constante is.
Ontgrendel volledige toegang