Maak een kwalitatief faseportret en bepaal hiermee de aard van het evenwicht voor het volgende stelsel van differentiaalvergelijkingen \[\left\{\begin{aligned} \frac{\dd x}{\dd t} &= -4x+ 2y\\[0.25cm] \frac{\dd y}{\dd t} &= x -2y\end{aligned}\right.\]
De \(x\)-nul-isocliene vind je door \(\dfrac{\dd x}{\dd t}\) gelijk aan \(0\) te stellen: in dit geval \(-4x+2y=0\) oftewel \(y=2x\). Dit is een vergelijking van een rechte lijn door de oorsprong met helling \(2\) .
Rechts van de lijn \(y=2x\) geldt dat \(-4x+ 2y<0\) (neem bijvoorbeeld een punt met positieve horizontale coördinaat en verticale coördinaat gelijk aan \(0\)). Dus rechts van deze lijn is \(\dfrac{\dd x}{\dd t}<0\) en kun je horizontale pijlen naar links tekenen. Links van de lijn is het precies andersom en kun je horizontale pijlen naar rechts tekenen.
De \(y\)-nul-isocliene vind je door \(\dfrac{\dd y}{\dd t}\) gelijk aan \(0\) te stellen: in dit geval \(x-2y=0\) oftewel \(y=\tfrac{1}{2}x\). Dit is een vergelijking van een rechte lijn door de oorsprong met helling \(\tfrac{1}{2}\).
Boven de lijn \(y=\tfrac{1}{2}x\) geldt dat \(x-2y<0\) (neem bijvoorbeeld een punt met positieve verticale coördinaat en horizontale coördinaat gelijk aan \(0\)). Dus boven deze lijn is \(\dfrac{\dd y}{\dd t}<0\) en kun je verticale pijlen naar beneden tekenen. Onder de lijn is het precies andersom en kun je verticale pijlen naar boven tekenen.
Evenwichten zijn de snijpunten van de twee nul-isoclienen en dat is in dit geval alleen de oorsprong van het assenstelsel.
Dit alles geeft het volgende richtingendiagram:
![richtingendiagram 1 fig5.png](/images/uploads/theory/8698/fig5.png)
Alle pijlen zijn zo gericht dat ze min of meer wijzen in de richting van het evenwicht \((0,0)\). Dit evenwicht is dus aantrekkend.
Maak een kwalitatief faseportret en bepaal hiermee de aard van het evenwicht voor het volgende stelsel van differentiaalvergelijkingen \[\left\{\begin{aligned} \frac{\dd x}{\dd t} &= x-y\\[0.25cm] \frac{\dd y}{\dd t} &= x-2y\end{aligned}\right.\]
De \(x\)-nul-isocliene vind je door \(\dfrac{\dd x}{\dd t}\) gelijk aan \(0\) te stellen: in dit geval \(x-y=0\) oftewel \(y=x\). Dit is een vergelijking van een rechte lijn door de oorsprong met helling \(1\) .
Rechts van de lijn \(y=x\) geldt dat \(x-y>0\) (neem bijvoorbeeld een punt met positieve horizontale coördinaat en verticale coördinaat gelijk aan \(0\)). Dus rechts van deze lijn is \(\dfrac{\dd x}{\dd t}>0\) en kun je horizontale pijlen naar rechts tekenen. Links van de lijn is het precies andersom en kun je horizontale pijlen naar links tekenen.
De \(y\)-nul-isocliene vind je door \(\dfrac{\dd y}{\dd t}\) gelijk aan \(0\) te stellen: in dit geval \(x-2y=0\) oftewel \(y=\tfrac{1}{2}x\). Dit is een vergelijking van een rechte lijn door de oorsprong met helling \(\tfrac{1}{2}\).
Boven de lijn \(y=\tfrac{1}{2}x\) geldt dat \(x-2y<0\) (neem bijvoorbeeld een punt met positieve verticale coördinaat en horizontale coördinaat gelijk aan \(0\)). Dus boven deze lijn is \(\dfrac{\dd y}{\dd t}<0\) en kun je verticale pijlen naar beneden tekenen. Onder de lijn is het precies andersom en kun je verticale pijlen naar boven tekenen.
Evenwichten zijn de snijpunten van de twee nul-isoclienen en dat is in dit geval alleen de oorsprong van het assenstelsel.
Dit alles geeft het volgende richtingendiagram:
![richtingendiagram 2 fig6.png](/images/uploads/theory/8698/fig6.png)
In het diagram zijn twee richtingen naar het evenwicht \((0,0)\) te herkennen: verticale pijlen er naartoe gericht en horizontale pijlen er vandaar gericht. Het evenwicht is een zadelpunt.