Bioelektriciteit: Geleidbaarheid langs een axon
Passieve geleiding en de kabelvergelijking
In een space-clamp experiment is de membraanspanning voor een geprepareerd gebied langs de zenuwvezel gelijk. Dit betekent dat de ruimtelijke organisatie van een cel buiten beschouwing blijft. Maar deze benadering is niet vol te houden voor een neuron met een lange zenuwvezel of een sterk vertakte boomstructuur van dendrieten. Om de verspreiding van elektrische lading langs een zenuwvezel te beschrijven maakt men gebruik van theorie over elektrische kabels. We gaan ons eerst bezighouden met de passieve verspreiding van elektrische lading langs het celmembraan. Dit houdt in dat de eigenschappen van het celmembraan als constant worden beschouwd en niet afhangen van bijvoorbeeld de membraanpotentiaal. Je kunt hierbij denken aan een experiment waarin je de potentiaal aan het begin van het axon verandert door voortdurende stroominjectie en dan net zo lang doorgaat tot er geen veranderingen in de tijd meer plaats vinden (dit noemen we de steady state). De membraanpotentiaal zal dan langs het axon langzaam afnemen doordat er tussendoor ook stroom door het membraan weg lekt. We gaan voor dit verval in membraanspanning een formule opstellen.
Elektrisch kabelmodel voor een axon We bespreken alleen een sterk vereenvoudigd model waarin
- elektrische eigenschappen van de kabel (bijvoorbeeld membraancapaciteit, membraanweerstand en axiale weerstand) overal gelijk zijn;
- de zenuwvezel cilindervormig is met constante diameter;
- de extracellulaire vloeistof een verwaarloosbare weerstand heeft (d.w.z. gelijk aan 0 verondersteld wordt);
- we voor het gemak met elektrische potentiaal t.o.v. de rustmembraanpotentiaal zullen werken.
Onderstaande figuur toont het elektrische model van een stuk cilindervormige kabel. Het laat de elektrische eigenschappen zien van het celmembraan met weerstand \(r_m\), parallel geschakeld aan de capaciteit \(c_m\), en axiale weerstand \(r_a\) van de intracellulaire vloeistof. Het membraan wordt voorgesteld als een serie van parallel geschakelde weerstanden en condensatoren. \(I_a\) en \(I_m\) zijn respectievelijk de axiale stroom en de membraanstroom.
De grootheden \(r_m\), \(r_a\) en \(c_m\) hebben steeds betrekking op een stukje axon van zekere eenheidslengte.
De kabelvergelijking Beschouw een axon als een keten van opeenvolgende stukjes die
- elk bestaan uit een membraandeel dat gemodelleerd wordt als parallelschakeling van een weerstand en een condensator;
- onderling verbonden zijn met weerstanden die de geleiding in het axoplasma beschrijven (we verwaarlozen de weerstand van de extracellulaire vloeistof)
Ga uit van een cilindervormig axon met de as gelijk aan de positieve \(x\)-as. Stel dat je op tijdstip \(t=0\) op plek \(x=0\) de spanning verandert door een stroominjectie en deze spanningsverandering intact houdt door voortdurende stroominjectie. Deze stroom loopt door het axon, maar er lekt ook stroom weg door het membraan. Dit betekent dat de elektrische spanning \(V\) langs het axon niet overal gelijk is en ook van de tijd zal afhangen; dit geven we aan door \(V\) expliciet als functie van plaats en tijd te beschouwen, zeg \(V(x,t)\).
Deze plaats- en tijd-afhankelijke potentiaal is de oplossing van de volgende partiële differentiaalvergelijking, die de kabelvergelijking wordt genoemd, met randwaarde \(V(0,t)=V_0\): \[\lambda^2\cdot \frac{\partial^2 V}{\partial x^2}=\tau_m\cdot \frac{\partial V}{\partial t}+V, \qquad V(0,t)=V_0\] met \[\lambda=\sqrt{\frac{r_m}{r_a}}=\sqrt{\frac{a\cdot R_m}{2R_a}},\quad\tau=r_m\cdot c_m=R_m\cdot C_m\] Na voldoende lange tijd zal de membraanspanning langs het axon niet meer in tijd veranderen. We kunnen dan de membraanspanning als functie \(V(x)\) van plaats beschouwen en de partiële differentiaalvergelijking wordt de volgende gewone differentiaalvergelijking \[\lambda^2\cdot \frac{\dd^2V}{\dd x^2}=V, \qquad V(0)=V_0\] De oplossing van dit beginwaardeprobleem is een exponentiële vervalkromme \[V(x)=V(0)\cdot e^{-\frac{x}{\lambda}}\]