Propositielogica: Hilbert's deductief systeem
Axiomatische logica: Hilbert's systeem
Hilbert's deductief systeem, of kortweg Hilbert's systeem, is een voorbeeld van de axiomatisch bewijssysteem waarin een aantal axioma's als uitgangspunt gekozen wordt en uit die axioma's m.b.v afleidingsregels nieuwe formules worden afgeleid. Hilbert's deductief schema is een relatief eenvoudig systeem: er zijn hierin maar drie axioma's en één afleidingsregel (Modus Ponens).
Hilbert's systeem Logische formules van de volgende vormen zijn de axioma's van Hilbert's systeem: \[\begin{array}{ll} \varphi\rightarrow(\psi\rightarrow \chi) & \text{Axioma a} \\[0.2cm] \bigl(\varphi\rightarrow(\psi\rightarrow \chi)\bigr)\rightarrow \bigl(\varphi\rightarrow\psi)\rightarrow(\varphi\rightarrow \chi)\bigr) & \text{Axioma b} \\[0.2cm] (\neg\,\varphi\rightarrow \neg\,\psi)\rightarrow (\psi\rightarrow \varphi)& \text{Axioma c}\end{array}\] Niets anders is een axioma.
Hilbert's systeem kent slechts één afleidingsregel, namelijk Modus Ponens (\(\mathrm{MP}\)):
Als \(\varphi\) is afgeleid en \(\varphi\rightarrow \psi\) is afgeleid, dan is ook \(\psi\) afgeleid.
Afleiding in een deductief systeem Een afleiding uit een formuleverzameling \(\Sigma\) is een eindig genummerd rijtje formules, waarbij geldt: elke formule in het rijtje is een axioma, of een formule uit \(\Sigma\), of een formule die met behulp van een afleidingsregel is verkregen uit voorafgaande formules in het rijtje. Een afleiding binnen een deductief systeem waarbij geen extra premissen worden gebruikt noemen we een stelling.
We noteren afleidingen op een vergelijkbare manier als bij natuurlijke deductie, alleen hebben we nu axioma's en maar één afleidingsregel ter beschikking. Verder laten we alleen de connectieven \(\neg\) en \(\rightarrow\) toe want hiermee kunnen we conjunctie (\(\land\)) en disjunctie (\(\lor\)) respectievelijk introduceren als afkortingen via de definities \(\varphi\land\psi = \neg(\varphi\rightarrow \neg\,\psi\)) en \(\varphi\lor\psi = \neg\,\varphi\rightarrow \neg\, \psi\). De negatie \(\neg\,\varphi\) is ook te introduceren als \(\varphi\vdash\bot\). Een paar voorbeelden illustreren hoe afleidingen in Hilbert's systeem gaan.
Voorbeeld 1 Toon aan \(p\rightarrow q, q\rightarrow r, q\vdash r\).
Uitwerking: \[\begin{array}{l|ll} 1 & p\rightarrow q & (\mathrm{P)}\\ 2 & q\rightarrow r & (\mathrm{P}) \\ 3 & p & (\mathrm{P}) \\ 4 & q & \mathrm{MP}, 1, 3\\ 5 & r & \mathrm{MP}, 2, 4\end{array}\]
Voorbeeld 2 Toon aan \(\neg\, p\rightarrow \neg\,q, q\vdash p\).
Uitwerking: \[\begin{array}{l|ll} 1 & \neg\, p\rightarrow \neg\,q & (\mathrm{P)}\\ 2 & q & (\mathrm{P})\\ 3 & (\neg\,p\rightarrow \neg\, q)\rightarrow (q\rightarrow p) & \mathrm{Ax\;c} \\ 4 & q\rightarrow p & \mathrm{MP}, 1, 3 \\ 5 & p & \mathrm{MP}, 2, 4\end{array}\]
Voorbeeld 3 Toon aan dat voor elke formule \(\varphi\) het volgende geldt: \(\vdash \varphi\rightarrow \varphi\) .
Uitwerking: \[\begin{array}{l|ll} 1 & \varphi\rightarrow \bigl((\varphi\rightarrow\varphi)\rightarrow\varphi\bigr) & \mathrm{Ax\;a}\text{ met }(\varphi\rightarrow \varphi)\text{ voor }\psi\\ 2 & \Bigl(\varphi\rightarrow \bigl((\varphi\rightarrow\varphi)\rightarrow\varphi\bigr)\Bigr)\rightarrow \Bigl(\bigl(\varphi\rightarrow(\varphi\rightarrow \varphi)\bigr)\rightarrow (\varphi\rightarrow\varphi)\Bigr) & \mathrm{Ax\;b}\text{ met }(\varphi\rightarrow \varphi)\text{ voor }\psi\\ 3 & \bigl(\varphi\rightarrow (\varphi\rightarrow \varphi)\bigr)\rightarrow (\varphi\rightarrow \varphi) & \mathrm{MP}, 1, 2\\ 4 & \varphi\rightarrow (\varphi\rightarrow\varphi) & \mathrm{Ax\;a}\text{ met }\varphi\text{ voor }\psi\\ 5 & \varphi\rightarrow \varphi & \mathrm{MP}, 3, 4\end{array}\] Hoewel het bewijs van voor naar achter is opgeschreven, construeer je het in de omgekeerde richting. De formule \(\varphi\rightarrow \varphi\) is geen axioma, maar \(\varphi\rightarrow (\varphi\rightarrow\varphi)\) wel. Je bent dus klaar als je \(\bigl(\varphi\rightarrow (\varphi\rightarrow \varphi)\bigr)\rightarrow (\varphi\rightarrow \varphi)\) kunt aantonen. Maar dat volgt weer uit het axioma \(\Bigl(\varphi\rightarrow \bigl((\varphi\rightarrow\varphi)\rightarrow\varphi\bigr)\Bigr)\rightarrow \Bigl(\bigl(\varphi\rightarrow(\varphi\rightarrow \varphi)\bigr)\rightarrow (\varphi\rightarrow\varphi)\Bigr) \) plus het axioma \(\varphi\rightarrow \bigl((\varphi\rightarrow\varphi)\rightarrow\varphi\bigr) \) en klaar!
Hilbert's systeem gebruikt een minimum aan axioma's en redeneerregels. Het geven van een zo zuinig systeem heeft als voordeel dat redeneren over het systeem gemakkelijk is. Het nadeel is dat het leveren van afleidingen binnen het systeem in eerste instantie wat lastiger is dan bij een systeem zoals dat van natuurlijke deductie met meerdere afleidingsregels. Je moet nu eerst extra redeneer-hulpmiddelen gaan fabriceren: iedere stelling die je hebt bewezen mag vanaf dat moment worden gebruikt als ware het een axioma. Voorbeeld 3 is zo'n stelling die in verdere afleidingen gebruikt mag worden.
Handig bij afleidingen is ook onderstaande stelling.
Deductiestelling In Hilbert's system geldt voor een verzameling \(\Sigma\) van welgevormde formules (premissen, axioma's en afgeleide formules) en voor de formules \(\varphi\) en \(\psi\) het volgende: als \(\Sigma,\varphi\vdash \psi\) dan en slechts dan als \(\Sigma\vdash \varphi\rightarrow \psi\).
De motivatie om op Hilbert's systeem in de verhandeling over propositielogica kort in te gaan vindt zijn oorsprong in de volgende stelling.
De afleiding \(\Sigma\vdash \varphi\) is in Hilbert' systeem dan en slechts dan mogelijk als de afleiding via natuurlijke deductie mogelijk is.