Basisvaardigheden in R: Grafieken: de basis
Overzicht van grafische functies op hoog niveau
Hoog-niveau grafische functies zijn ontworpen om een volledige grafiek te genereren op basis van de gegevens die als argumenten aan de functie worden doorgegeven. Indien nodig worden assen, labels en titels automatisch gegenereerd (tenzij je anders verzoekt). Hoog-niveau grafische opdrachten starten altijd een nieuw diagram, waarbij de huidige grafiek indien nodig wordt gewist.
Een van de meest gebruikte plotfuncties in R is de functie plot()
, waarbij de uitvoer afhangt van het type of de klasse van het eerste argument.
plot(x, y) plot(xy) |
Als x en y vectoren zijn, dan porduceert plot(x, y) een spreidingsdiagram van y tegen x . Hetzelfde effect kan bereikt worden door maar één argument xy op te geven als ofwel een lijst met twee elementen x en y , ofwel een matrix met twee kolommen. |
plot(f) plot(f, y) |
f is een factor object en y is een numerieke vector. De eerste vorm genereert een staafgrafiek van f ; de tweede vorm produceert een box-and-whiskerplots van y voor elk level van f . |
plot(df)
|
Als df een dataframe is, dan worden verdelingsgrafieken van de variabelen in het dataframe geproduceerd. |
Andere veelgebruikte hoog-niveau grafische functies worden hieronder vermeld.
hist(x) hist(x, nclass = ...) hist(x, breaks = ...) |
De functie hist() produceert een histogram van de numerieke vector x . Gewoonlijk wordt een verstandig aantal klassen gekozen, maar een suggestie kan worden gegeven met het argument nclass . Als alternatief kunnen de breekpunten precies worden gespecificeerd met het argument breaks . |
barplot(x) |
Als x een numeriek vector is, dan wordt een staafdiagram geproduceerd waarvan de hoogte van de staafjes gegeven wordt door de vector. Als x een kruistabel is of een matrix en het argument beside = TRUE is opgegeven, dan correspondeert elk staafje van het diagram correspondeert met een kolom van x , met de waarden in die kolom gerepresenteerd met de hoogtes van naast elkaar geplaatste substaafjes vormen die samen de staaf opbouwen. |
boxplot(y) |
Als y een numerieke vector is, dan wordt een box-and-whisker diagram gemaakt. In het geval een formule wordt gebruikt en de vorm y ~ x heeft waarbij y een numerieke vector is, dan worden de box-and-whisker diagrammen gegroepeerd volgens de waarde van de (categorale) variabele x . |
qqnorm(x) |
De functies produceren een kwantiel-kwantiel diagram, beter bekend als een QQ-plot. De eerste vorm plaatst de numerieke vector x tegenover de verwachte normale distributie-kwantielen, en de tweede vorm voegt voegt een rechte lijn toe aan zo'n diagram door een lijn te trekken door de distributie- en data-kwantiele. De derde vorm plaatst de kwantielen van x tgenover die van y om hun distributies te vergelijken. |
Ontgrendel volledige toegang