Basisvaardigheden in R: Hulp
Foutmeldingen oplossen
Inhoud
Problemen oplossen bij foutmeldingen in R is een gebruikelijk onderdeel van het programmeerproces. Hieronder zijn enkele algemene stappen om je te helpen fouten in je R-code te identificeren en op te lossen
Algemene stappen in het oplossingsproces bij foutmeldingen Algemene stappen om je te helpen fouten in je R-code te identificeren en op te lossen zijn:
- Lees de foutmelding aandachtig:
- Het eerste wat je moet doen, is de foutmelding zorgvuldig lezen. De foutmelding bevat vaak informatie over wat er mis is gegaan. Deze bevat meestal het fouttype (bijvoorbeeld "Error", "Warning", "Message") en een beschrijving van het probleem.
- Controleer de coderegel:
- Identificeer het regelnummer waar de fout is opgetreden. Dit helpt je om het probleem in je code te lokaliseren.
- Controleer de code:
- Bekijk de code op de regel waar de fout is opgetreden en rondom die regel. Zoek naar syntaxfouten, verkeerd gespelde namen van variabelen, ontbrekende haakjes of andere voor de hand liggende fouten.
- Begrijp het type van de fout:
-
- Syntaxfouten:
Deze treden op wanneer er een probleem is met de structuur van je code. Veelvoorkomende voorbeelden zijn ontbrekende komma's, niet-overeenkomende haakjes of verkeerde operators. - Runtimefouten:
Deze treden op wanneer je code wordt uitgevoerd en er iets onverwachts gebeurt. Dit kan te wijten zijn aan problemen zoals deling door nul, toegang tot een element buiten de arraygrenzen of het proberen te gebruiken van een variabele die niet is gedefinieerd. - Logische fouten:
Deze zijn vaak het moeilijkst te identificeren omdat ze geen fouten of waarschuwingen genereren. De code wordt uitgevoerd, maar levert niet de verwachte resultaten op. In dit geval moet je jouw logica en algoritme opnieuw bekijken.
- Syntaxfouten:
- Gebruik afdrukinstructies:
- Voeg
print()
ofcat()
instructies in je code in om variabele waarden of tussentijdse resultaten weer te geven. Dit kan je helpen om te achterhalen waar de code misgaat. - Check types van variabelen
- Zorg ervoor dat je variabelen de juiste gegevenstypen en structuur hebben. Als je bijvoorbeeld een numerieke waarde verwacht, controleer dan of het geen karakter of factor is.
- Gebruik debugging gereedschappen:
- R biedt ingebouwde debugging gereedschappen zoals
browser()
,debug()
, entraceback()
. Hiermee kun je interactief door je code stappen om het probleem te lokaliseren. Bijvoorbeeld, je kuntbrowser()
gebruiken om de code-uitvoering op een specifiek punt te onderbreken en waarden van variabelen te inspecteren. - Zoek online en in documentatie:
- Als je de fout nog steeds niet kunt oplossen, zoek dan op online forums, in R-documentatie en andere bronnen naar vergelijkbare foutmeldingen. Waarschijnlijk hebben anderen hetzelfde probleem ondervonden en oplossingen gepost.
- Vraag om hulp:
- Als je nog steeds vastzit, overweeg om hulp te vragen op forums zoals Stack Overflow of raadpleeg medestudenten of SMASH tutoren die ervaring hebben in het gebruik van R.
- Maak een reservekopie:
- Voordat je belangrijke wijzigingen aanbrengt, is het een goede gewoonte om een back-up van je code te maken. Zo kun je altijd teruggaan naar een vorige werkende versie indien nodig..
Veelgemaakte fouten door beginners en ervaren gebruikers van R Hier zijn enkele veelvoorkomende fouten die zowel beginners als doorgewinterde R-gebruikers kunnen maken:
- Het door elkaar halen van hoofdletters en kleine letters:
- Je hebt een hoofdletter getypt terwijl je een kleine letter had moeten typen (en omgekeerd). Immers, R is hooflettergevoelig.
- Foute spelling:
- R gebruikt Amerikaans-Engelse spelling en niet Brits-Engelse spelling. Bijvoorbeeld, het is "color" in plaats van "colour", "summarize" in plaats van "summarise", enzovoort.
- Niet-overeenkomende opening- en afsluitingsymbolen:
- Je vergat een afsluitend haakje, vierkante haak of aanhalingsteken. In RStudio helpt de kleurcodering om deze fout in een R-script te identificeren, en de automatische plaatsing van afsluitende symbolen helpt om deze fout te voorkomen
- Vergeten continueringsymbolen:
- Je vergat een komma (
,
) aan het einde van een regel voordat je doorgegaan bent naar de volgende ingesprongen regel met voortgezette R code. Het inspringen van R code zorgt voor een betere leesbaarheid voor jezelf (en anderen), maar het kan gemakkelijk gebeuren dat je een komma vergeet te plaatsen. - Conflicterende code:
- Misschien heb je per ongeluk een object opnieuw gedefinieerd wanneer dat niet de bedoeling was. Probeer de R omgeving te wissen (klik op de bezem in RStudio) en voer een paar regels code tegelijk uit om te zien waar het probleem zit. Beginnen met een schone lei is misschien sowieso een goed idee.
- Een pakket is niet geïnstalleerd of niet geactiveerd
- Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat alle relevante bibliotheken zijn geactiveerd tijdens je R-sessie. Elke keer dat je RStudio afsluit, worden de bibliotheken gedeactiveerd. De gebruikelijke oplossing is om de bibliotheken opnieuw te activeren
- Object niet opgeslagen in een variabele
- Een typisch voorbeeld van deze fout is dat je een instructie of instructies uitprobeert en uiteindelijk vergeet het object dat is gemaakt door een succesvol stuk code op te slaan in een variabele, zodat het later kan worden gebruikt.
Bijvoorbeeld, je toetst in de console het volgende in:
> 1:4 [1] 1 2 3 4
maar aan de R omgeving wordt geen nieuw object toegevoegd. Dit gebeurt alleen wanneer je het object aan een variabele toewijst, bijvoorbeeld door:
> v <- 1:4
- Geselecteerde regel met code in een script wordt uitgevoerd, maar de vorige regels code niet:
- Een goede vuistregel is om een paar regels code tegelijk uit te voeren om de problematische code te identificeren. Maar je moet begrijpen dat code in de huidige regel meestal afhankelijk is van code in eerdere regels. Zorg ervoor dat de variabelen die nodig zijn in je regel code, en die hoogstwaarschijnlijk zijn gemaakt in eerdere regels code, aanwezig zijn in de R-omgeving. De volgorde waarin je regels code in een script uitvoert, doen ertoe.
Ontgrendel volledige toegang