Basisvaardigheden in R: Werken met functies
Waarom eigenlijk functies gebruiken?
Het begrip functie moet je ruim opvatten in R: het zijn niet alleen wiskundige functies maar ook algemene procedures, bestaande uit instructies die samen een algoritme vastleggen dat je van plan bent vaker toe te passen. Als je bijvoorbeeld vaak het gemiddelde van een verzameling van getallen moet uitrekenen, dan is het handig om een speciale functie hiervoor te hebben, want zo vermijd je herhaling van code en bevorder je de leesbaarheid van de programmacode. Als een gewenste functie niet standaard in R is ingebouwd (voor het berekenen van het gemiddelde hebben we een in gebouwde functie mean
), dan zal je deze zelf moeten definiëren.
Behalve groepering van instructies en vermijding van herhaald gebruik van hetzelfde codeblok nog meer redenen om functies te willen. Je kunt zo een probleem opsplitsen in kleinere deelproblemen. Dit heet top-down programma ontwerp. Functies kunnen ook bij andere problemen van nut zijn. Oftewel hergebruik van code is zo mogelijk. In feite zijn veel van de ingebouwde R functies niets en minder dan onderdeel van collecties van in de R taal gedefinieerde procedures. Dit is wat we in deze deelsectie gaan leren op instapniveau.