Naïeve verzamelingenleer: Elementaire begrippen en notaties
Specificatie van een verzameling
We geven geen definities van verzamelingen en hun objecten en gaan ook niet in op axioma's. In plaats daarvan werken we met een intuïtieve beschrijving en proberen vooral door voorbeelden een goede indruk te geven waarover we het hebben.
Intuïtieve definitie van verzameling
Intuïtieve definitie
Een verzameling is te beschouwen als een geheel van objecten zodanig dat je ondubbelzinnig
- van elk object kan vaststellen of het al dan niet tot dat geheel behoort;
- elk object kan identificeren. Dit betekent dat je kan nagaan wanneer twee objecten aan elkaar gelijk zijn en dus in feite hetzelfde object zijn.
Een eindige verzameling is een verzameling die slechts een eindig aantal elementen bevat. Met \(\# X\) en \(|X|\) noteren we het aantal elementen van de eindige verzameling \(X\). Dit heet de kardinaliteit van \(X\).
Voorbeelden
- Oneven getallen kleiner dan 10;
- Plaatsnamen in Nederland;
- Klinkers in het Nederlandse alfabet;
- Fibonnaci getallen (0, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, 34, 55, 89, 144, ...);
- De verzameling bestaande uit alle verzamelingen die je met de objecten \(a\), \(b\) en \(c\) kan construeren, inclusief de lege verzameling;
- De reële getallen.
Als \(X=\{a,b\}\) dan \(\hash X=|X|=2\).
Expliciete specificatie en notatie
Expliciete specificatie (opsomming) en notatie
Meestal noteren we verzamelingen met hoofdletters \(A, B, C,\ldots\) en gebruiken we kleine letters \(a, b, c,\ldots\) om de objecten, ook wel elementen genoemd, in de verzameling aan te duiden.
Als we een verzameling expliciet specificeren (opsommen) door de elementen op te sommen, gebruiken we accolades. De volgorde waarin we de objecten samennemen, speelt hierbij geen enkele rol.
De lege verzameling noteren we met \(\emptyset\) of \(\{\}\).
Als \(x\) een element van de verzameling \(X\) is, dan noteren we dit als \(x\in X\). Als \(x\) geen element van de verzameling \(X\) is, dan noteren we dit als \(x\notin X\).
Voorbeelden
\(\{1,3,5,7,9\}\) is de verzameling oneven getallen kleiner dan 10. \[\{1,2,3\}=\{3,2,1\}\] \[4\in \{2,4,6\}\] \[\text{Corneel}\notin \{\text{Jan}, \text{Piet}, \text{Joris}\}\] \[a\in \{a\}\] \[a \notin \bigl\{\{a\}, \{b\}, \{a,b\}\bigr\}\] \[\{1,1,2\}=\{1,2\}\]
Impliciete specificatie en notatie
Impliciete specificatie (omschrijving, constructie)
Een expliciete specificatie van een verzameling is onhandig als het aantal elementen groot of oneindig is of de structuur van een verzameling verbergt. In dit geval kun je beter een verzameling impliciet specificeren door een definiërende eigenschap te vermelden. Twee veelgebruikte notaties zijn: \[X=\{x\mid P(x)\}\text,\] waarmee wordt aangegeven dat alle \(x\)-en, waarvoor \(P(x)\) geldt, element van de verzameling \(X\) zijn.
Voordat je kunt onderzoeken of \(P(x)\) voor een bepaalde \(x\) voldoet, moet je eerst een object \(x\) kunnen kiezen. Hiertoe gaan we uit van een andere verzameling, die we het universum noemen en soms aangeven met de letter \(U\). Je kunt het universum in de eigenschap (impliciet) vermelden of voor de scheidslijn plaatsen \[X=\{x\in U\mid P(x)\}\text.\]
Je kunt ook een constructieve specificatie m.b.v. een functie \(f\) hanteren:\[X=\{f(x)\mid P(x)\}\text,\] duidt de verzameling van functiewaarden \(f(x)\) aan voor die waarden van \(x\) waarvoor \(P(x)\) geldt.
Voorbeelden
\[\{n \mid n=1\text{ of }n=2\}= \{0,1\}\] \[\{n\in\mathbb{N} \mid 0\le n\le 1\}= \{0,1\}\] \[\{n\in\mathbb{N} \mid n \text{ is deelbaar door }2\}\] \[{}= \text{even natuurlijke getallen}\\\] \[\{n^2\mid n\in\mathbb{Z}\}={}\]\[\text{alle kwadraten van gehele getallen}\\\] \[\bigl\{n^3\mid n\in\{0,1,2,3,4,5\}\bigl\}\]\[{}=\{0,1,8,27,64,125\}\phantom{xxxxx}\,\,\]\[{}=\text{eerste 6 derde machten in }\mathbb{N}\\\] \[\{10n\mid n\in\mathbb{N}\text{ en } -10<n<10\}\]\[{}=\text{tientallen tussen }-100\text{ en }100\\\] \[\{n \mid n\neq n\}= \emptyset\]