Naïeve verzamelingenleer: Grootte van een verzameling
Gelijkmachtigheid en (on)eindigheid
We noemen de verzameling \(X\) gelijkmachtig met de verzameling \(Y\), en zeggen ook wel dat \(X\) dezelfde cardinaliteit of hetzelfde aantal elementen als \(Y\) heeft, als er een bijectie \(f\:\;X\rightarrow Y\) bestaat. We noteren dit als \(X\cong Y\). Als twee verzameling \(X\) en \(Y\) niet gelijkmachtg zijn, dan noteren we dit met \(X\ncong Y\).
De relatie "is gelijkmachtig aan" is een equivalentierelatie tussen verzamelingen. Dat wil zeggen dat voor willekeurige verzamelingen \(X\),\(Y\) en \(Z\):
- \(X\cong X\);
- Als \(X\cong Y\), dan \(Y\cong X\);
- Als \(X\cong Y\) en \(Y\cong Z\), dan \(X\cong Z\).
Voorbeelden
- \(\{a,b,c\}\cong \{1,2,3\}\)
want de functie \(f\) gedefinieerd door \(f(a)=1\), \(f(b)=2\), \(f(3)=c\) is een bijectie van \(\{a,b,c\}\) naar \(\{1,2,3\}\). - \(\{a,b,c,d\}\ncong \{1,2,3\}\)
want het duiventil principe garandeert dat er geen injectieve functie van \(\{a,b,c,d\}\) naar \(\{1,2,3\}\) bestaat, laat staan een bijectie. - Het gesloten interval \([0,1]\) in \(\mathbb{R}\) is gelijkmachtig aan elk ander gesloten interval \([a,b]\) (met \(a<b\))
want de functie \(f\) gedefinieerd door \(f(x)=(b-a)x+a\) is een bijectie van \([0,1]\) naar \([a,b]\). - Het open interval \((-1,1)\) is gelijkmachtig met \(\mathbb{R}\)
want de functie \(f:\;(-1,1)\rightarrow \mathbb{R},\quad f(x)=\tan(\tfrac{1}{2}\pi x)\) is een bijectie van \((-1,1)\) naar \(\mathbb{R}\). - \(\mathbb{N}\backslash \{0\}\cong \mathbb{N}\)
want de functie \(f\) gedefinieerd door \(f(n)=n-1\) is een bijectie van \(\mathbb{N}\backslash \{0\}\) naar \(\mathbb{N}\). Dit betekent dat het bij tellen van elementen eigenlijk niet uitmaakt of je begint bij \(1\) of \(0\). - \(\mathbb{Z}\cong \mathbb{N}\) want de functie \(f(n)=\begin{cases}2n&\text{if }n\ge 0\\ -2n-1&\text{if }n< 0\end{cases}\) is een bijjectie van \(\mathbb{Z}\) naar \(\mathbb{N}\).
Een formele definitie van eindigheid en oneindigheid van een verzameling is als volgt:
Een verzameling \(X\) heet:
- eindig als er een \(n\in \mathbb{N}\) bestaat zodanig dat \(X\cong\{0,\ldots , n-1\}\) (waarbij \(\{\}=\emptyset\)).
Het aantal elementen van \(X\), dat we deftig de cardinaliteit van \(X\) noemen, is dan gelijk aan \(n\) en we noteren dit als \(|X|=n\); - oneindig als \(X\) niet eindig is.
Voorbeelden van niet-eindige verzamelingen zijn de getallenverzamelingen \(\mathbb{N}\), \(\mathbb{Z}\), \(\mathbb{Q}\) en \(\mathbb{R}\)
\(\mathbb{N}\times \mathbb{N} \cong \mathbb{N}\).
Zonder bewijs:
\(\mathbb{R} \cong {\Large\wp}(\mathbb{N})\).
Ontgrendel volledige toegang