Een verzameling \(X\) heet:
- aftelbaar oneindig als \(X\cong \mathbb{N}\);
- aftelbaar als het eindig is of aftelbaar oneindig;
- overaftelbaar als \(X\) eindig noch aftelbaar oneindig is.
Voorbeelden van overaftelbare verzamelingen zijn \(\mathbb{R}\), intervallen in \(\mathbb{R}\) en \({\Large\wp}(\mathbb{N})\).
Stel dat \(X\) een aftelbaar oneindige verzameling is. Dan is er een bijectieve functie \(x\) van \(\mathbb{N}\) naar \(X\). Zo'n functie noemen we een aftelling. Laten we \(x(i)\) noteren als \(x_i\) voor elke \(i\in \mathbb{N}\). Dan kan \(X\) geschreven worden als \(\{x_i\mid i\in\mathbb{N}\}\) of wel als \(X=\{x_0,x_1,x_2,\ldots\}\).
Elke deelverzameling van een aftelbare verzameling is aftelbaar.
Stel \(X\) is een aftelbare verzameling en \(Y\subset X\). Als \(X\) of \(Y\) eindig is zijn we eigenlijk snel klaar. We bekijken dus enkel het geval dat \(X\) aftelbaar oneindig is en de deelverzameling niet eindig is. Stel \(X=\{x_0,x_1,x_2,\ldots\}\). Dan is er een kleinste \(i\), zeg \(i_0\), waarvoor \(x_i\in Y\) en we noteren \(x_{i_0}\) als \(y_0\). Voorts is er een kleinste \(i\), zeg \(i_1\), waarvoor \(x_{i_1}\in Y\backslash \{y_0\}\) en we noteren \(x_{i_1}\) als \(y_1\). Als \(y_0,y_1, \ldots y_n\) reeds gedefinieerd zijn, nemen we als \(y_{n+1}\) het element \(x_{i_{n+1}}\), waarbij \(i_{n+1}\) de kleinste index \(i\) is waarvoor \(x_i\in Y\backslash \{y_0,y_1,\ldots y_n\}\). Merk op dat elk element van \(Y\) voorkomt in de rij \(y_0,y_1,\ldots\) en dat deze rij niet eindigt, omdat \(Y\) niet eindig wordt verondersteld. \(Y\) is dus aftelbaar oneindig. Dus \(Y\) is in alle gevallen een aftelbare verzameling.
Stel \(X\) en \(Y\) zijn aftelbare verzamelingen. Dan zijn \(X\cup Y\) en \(X\times Y\) ook aftelbaar.
We bewijzen de aftelbaarheid van \(X\cup Y\) alleen voor twee verzamelingen die aftelbaar oneindig zijn, dus als \(X\cong \mathbb{N}\) en \(Y\cong \mathbb{N}\). Omdat \(\mathbb{N}\cong \{n\in \mathbb{N}\mid n\text{ is even}\}\) en \(\mathbb{N}\cong \{n\in \mathbb{N}\mid n\text{ is oneven}\}\) kunnen we een bijectieve functie maken van \(X\cup Y\) naar \(\mathbb{N}\) door \(X\) bijectief af te beelden op \( \mathbb{N}\mid n\text{ is even}\}\) en \(Y\) bijectief af te beelden op \( \mathbb{N}\mid n\text{ is oneven}\}\). Met andere woorden, \(X\cup Y\) is aftelbaar.
We bewijzen de aftelbaarheid van \(X\times Y\) alleen voor twee verzamelingen die aftelbaar oneindig zijn, dus als \(X\cong \mathbb{N}\) en \(Y\cong \mathbb{N}\). Er is dan een bijectie van \(X\times Y\) naar \(\mathbb{N}\times \mathbb{N}\). Dus: \(X\times Y\cong\mathbb{N}\times \mathbb{N}\). Omdat \(\mathbb{N}\times \mathbb{N}\cong (\mathbb{N}\), moet dan wel \(X\times Y\cong\mathbb{N}\). Met andere woorden, \(X\times Y\) is aftelbaar.
\(\mathbb{Q}\) is aftelbaar oneindig.
We tonen eerst aan dat de verzameling \(\mathbb{Q}^{+}\) van alle positieve rationale getallen aftelbaar oneindig is. Deze positieve rationale getallen kunnen beschouwd worden als \(p/q\) met \(p\) en \(q\) positieve natuurlijke getallen en \(p/q\) een onvereenvoudigbare breuk, d.w.z. \(\mathrm{ggd}(p,q)=1\). We kunnen nu de function \(f:\;\mathbb{Q}\rightarrow \mathbb{Z}\times \mathbb{Z}\backslash\{0\}\) definiëren door \(f(p/q)=(p,q)\). Dan is \(f\) een injectieve functie. Omdat \(\mathbb{N}\times \mathbb{N}\) aftelbaar oneindig is en \(f(\mathbb{Q}^{+}\) een oneindige deelverzameling hiervan is, is en dus \(f(\mathbb{Q}^{+})\) aftelbaar oneindig. Maar dan is \(\mathbb{Q}^{+}\) ook aftelbaar oneidig.
De verzameling \(\mathbb{Q}^{-}\) van alle negatieve rationale getallen is evident gelijkmachtig met \(\(\mathbb{Q}^{+}\) en dus ook aftelbaar oneindig. Maar dan is \(\mathbb{Q}=\mathbb{Q}^{-}\cup\{0\}\cup \mathbb{Q}^{+}\) als vereniging van aftelbare verzamelingen ook aftelbaar. Omdat de verzameling van rationale getallen niet eindig is, weten we dan dat deze verzameling oneindig aftelbaar is.