Gebruik van de formule editor: Werken met symbolen
Werken met symbolische uitdrukkingen
Wiskundige formules bestaan uit meer dan getallen alleen: er komen meestal ook symbolen in voor. Denk aan variabelen, namen van fysische grootheden, namen van functies, enzovoorts. Om een wiskundige formule in te voeren kun je het toetsenbord gebruiken en/of de invoerhulp. In onderstaande tabel staan de meest voorkomende symbolen en syntax om ze in te voeren.
Symbool | Syntax | #\phantom{x}#Beschrijving |
\(\cos(x)\) | cos(x) | #\phantom{x}# cosinus van \(x\) |
\(\sin(x)\) | sin(x) | #\phantom{x}# sinus van \(x\) |
\(\tan(x)\) | tan(x) | #\phantom{x}# tangens van \(x\) |
\(\ln(x)\) | ln(x) | #\phantom{x}# natuurlijke logaritme van \(x\) |
\(\log_{a}(x)\) | log(a,x) of log_a(x) | #\phantom{x}# logaritme van \(x\) met grondtal \(a\) |
\(x^y\) | x^y | #\phantom{x}#\(x\) tot de macht \(y\) |
\(e^x\) | e^x of exp(x) | #\phantom{x}#\(e\)-macht van \(x\), exponentiële functie |
\(\sqrt{x}\) | sqrt(x) of x^(1/2) | #\phantom{x}#vierkantswortel van \(x\) |
\(\sqrt[n]{x}\) | x^(1/n) | #\phantom{x}#\(n\)-demachtswortel van \(x\) |
\(|x|\) | abs(x) | #\phantom{x}#absolute waarde van \(x\) |
\(\displaystyle \frac{x}{y}\) | x/y | #\phantom{x}#\(x\) gedeeld door \(y\) |
\(x\cdot y\) | x*y | #\phantom{x}#product van \(x\) en \(y\) |
\(\pi\) | pi | #\phantom{x}#de constante \(\pi\) |
Er zijn een paar zaken waar je speciaal op moet letten. De belangrijkste regel is:
bij vermenigvuldiging bijna altijd het maalteken * gebruiken.
De enige uitzondering is wanneer een geheel getal gevolgd wordt door een letter of bekend symbool zoals in \(2x\) en \(2\pi\).
xy is een naam bestaande uit 2 letters; x*y is het product van twee variabelen.
x2 is een naam bestaande uit een letter gevolgd door een cijfer; x*2 is het product van een variabele en een getal.
Het systeem waarschuwt de gebruiker overigens vaak bij namen bestaande uit twee letters:
Ook als er haakjes gezet worden ben je vaak verplicht het maalteken te plaatsen:
dus niet 2(x+1) en (x+1)x, maar 2*(x+1) en (x+1)*x om een ontbinding aan te duiden.
f(x-1) duidt meestal de functieaanroep met argument x-1 aan, maar kan ook gelezen worden als product van f met x-1; bij de notatie f*(x-1) is er geen twijfel mogelijk, want dit is een product.
Overigens kan een auteur van een opgave in SOWISO er voor gekozen hebben om een voor de hand liggende interpretatie toe te laten, maar je kunt hier niet volledig op bouwen zodat het altijd verstandig is om precies aan te geven wat je wilt