Rekenen met getallen: Decimale getallen
Rekenregels voor significantie bij som en verschil
Bij optellen en aftrekken van decimale getalswaarden voor grootheden gelden andere regels. Als je twee gemeten lengtes bij elkaar optelt, dan krijg je bijvoorbeeld \(123.4 \mathrm{\;cm} + 5.67 \mathrm{\;cm} = 129.07 \mathrm{\;cm}.\) Je moet het eindantwoord afronden op \(129.1 \mathrm{\;cm}.\) De precisie van de eerste en tweede term is 1 respectievelijk 2 decimalen. De precisie kan niet toenemen bij een berekening en daardoor kan in dit geval bij optellen het antwoord niet nauwkeuriger dan tot op \(0.1 \mathrm{\;cm}\) worden opgegeven.
Bij optellen en aftrekken geldt:
De precisie van de uitkomst van een berekening is gelijk aan de laagste precisie van de aanwezige termen.
Met andere woorden, de uitkomst van een berekening mag niet meer cijfers achter de decimale punt hebben dan het gegeven met het minste aantal cijfers achter de decimale punt.