Rekenen met getallen: Rekenen met gehele getallen
Staartdeling
Onderstaande voorbeelden leggen uit hoe de staartdeling verloopt. Ze zijn in opklimmende volgorde van moeilijkheidsgraad. Bij grotere deeltallen moet je rekenstappen vaker herhalen.
We beschrijven hoe je dit in stapjes kan doen:
- Begin met de deling op te schrijven als \(\textit{deler} \Bigm/ \textit{deeltal} \Bigm{\backslash}\)
In dit geval wordt dit \( 4 \Bigm/ 149 \Bigm{\backslash}\)
Naast de schuine streep aan de rechterkant zal cijfer voor cijfer het quotiënt ontstaan.
Onder het deeltal zal langzaam de staart groeien met op het einde de rest bij de deling. - Zoek in \(149\) het kortste beginstuk van cijfers dat groter dan of gelijk is aan de deler \(4\): in dit geval is dat \(14\).
Je kunt dit aangeven door het beginstuk te onderstrepen: \( 4 \Bigm/ \underline{14}9 \Bigm{\backslash}\) - Bereken het grootste veelvoud van de deler \(4\) dat kleiner dan of gelijk is aan het getal \(14\). Dat is \(3\times 4 =12\). Schrijf \(3\) rechtsboven als eerste cijfer en schrijf \(12\) onder het beginstuk \(14\) om dit getal vervolgens af te trekken. Hieronder staat deze stap gevisualiseerd. \[\begin{array}[t]{rrl} 4\;\Bigm/ \!\!\! & \underline{14}9 & \!\!\! \Bigm{\backslash} \; 3 \\ & \underline{12}\phantom{0} & \\ & \phantom{0}2\phantom{0} & \end{array}\]
- Onderstreep nu het volgende cijfer (hier \(9\)) in het deeltal \(149\) en voeg dit cijfer ook toe aan de \(2\) onderaan, zodat daar het getal \(29\) ontstaat. Herhaal hiermee stap 3.
Bereken het grootste veelvoud van de deler \(4\) dat kleiner dan of gelijk is aan het getal \(29\). Dat is \(7\times 4 =28\). Schrijf \(7\) rechtsboven als volgende cijfer en schrijf \(28\) onder \(29\) om dit getal vervolgens af te trekken. Onder de streep krijg je dan \(1\) en dat is de rest.
Hieronder staat deze stap gevisualiseerd. \[\begin{array}[t]{rrl} 4\;\Bigm/ \!\!\! & \underline{149} & \!\!\! \Bigm{\backslash} \; 37 \\ & \underline{12}\phantom{0} & \\ & \phantom{0}29 & \\ & \phantom{0}\underline{28} & \\ & \phantom{00}1 & \end{array}\] - Het quotiënt is gelijk aan \(37\) en de rest is gelijk aan \(1\).
Het resultaat van deling met rest is dus: \(149=37\times 4+1\) (controleerbaar in deze vorm!) oftewel \(149 : 4 = 37\textit{ rest }1\).
Dit impliceert het volgende exacte resultaat van deling in gemengde notatie: \(149 : 4 = 37\tfrac{1}{4}\).
Ontgrendel volledige toegang