Rekenen met getallen: Rekenen met machten
Gehele machten
In de wetenschappelijke notatie wordt een getal opgeschreven als het product van een getal dat alleen uit significante cijfers bestaat en een macht van 10. Om met deze getallen te kunnen rekenen moet je dus kunnen omgaan met machten van 10. Omdat de rekenregels gelden voor machten met een willekeurig gekozen grondtal frissen we eerst kort het rekenen met machten op.
Gehele macht van een getal
Voor elk getal \(g\) ongelijk aan 0 en elk positief geheel getal \(k\) is \[\begin{aligned} g^k&=\blue{ \overbrace{\color{black}{g \times g \times \cdots \times g}}^{k\mathrm{\;maal}}} \\ g^0\; & = 1 \\ g^{-k}\; & = \frac{1}{g^k} \end{aligned}\]
Hiermee is \(g^n\) voor elk geheel getal \(n\) bepaald. Het getal \(g\) heet het grondtal en \(n\) heet de exponent.
Machtsverheffen is dus herhaald vermenigvuldigen.
Je spreekt de macht van bijvoorbeeld de vorm \(2^3\) uit als "twee-tot-de-derde-macht" of als "twee-tot-de-macht-drie".
Voorbeelden
\[\begin{aligned}2^{-3}&=\frac{1}{2^3}=\frac{1}{2\times 2\times 2}=\frac{1}{8}\\[0.2cm] 2^{-2}&=\frac{1}{2^2}=\frac{1}{2\times 2}=\frac{1}{4}\\[0.2cm] 2^{-1}&=\frac{1}{2^1}=\frac{1}{2}\\[0.2cm] 2^0&=1\\[0.2cm] 2^1&=2\\[0.2cm] 2^2&=2\times 2=4\\[0.2cm] 2^3&=2\times 2\times 2=8\end{aligned}\]
Bekijk een aantal voorbeelden door enkele malen op de nieuw voorbeeld-knop te klikken in onderstaand dynamisch voorbeeld.